Resultaten TIMSS en Peil.Rekenen-Wiskunde 2019

Rekenen-wiskunde

  • Nederlandse rekenprestaties zijn zowel in groep 6 als 8 in de afgelopen jaren licht verbeterd. In het laatste jaar van het sbo zijn de prestaties sinds 2013 gelijk gebleven.
  • Van de ons omringende landen hebben de Engelse 10-jarigen de hoogste score op de rekentoets gehaald. Het best presterende land wereldwijd in rekenen is Singapore.
  • Bijna alle Nederlandse groep 6-leerlingen in het reguliere basisonderwijs halen minimaal het internationale basisniveau voor rekenen.
  • Ongeveer 7% van de Nederlandse leerlingen rekent in groep 6 op het allerhoogste internationale niveau. Dit percentage wijkt nauwelijks af van de percentages in de ons omringende landen. Alleen in Engeland haalt 21% van de 10-jarigen het allerhoogste rekenniveau.
  • In groep 8 van het reguliere basisonderwijs haalt ruim 4 op de 5 leerlingen minimaal het fundamentele niveau (1F) voor rekenvaardigheid. Bijna een derde van de leerlingen beheerst ook het streefniveau (1S). In het sbo haalt ruim 15% 1F en minder dan 2% 1S.
  • Leerlingen die aan het einde van de basisschool 1F voor rekenen nog niet beheersen, presteren beter op kale opgaven dan op contextopgaven. Voor leerlingen die 1S beheersen geldt het omgekeerde.
  • Leerlingen die vaker zelfstandig werken tijdens de rekenlessen in groep 6 en 8, presteren iets beter op de rekentoets.

Natuuronderwijs (alleen groep 6)

  • In vergelijking met 2015 zijn leerlingprestaties in natuuronderwijs gelijk gebleven.
  • De Nederlandse rekenprestaties behoren wereldwijd tot de subtop maar voor natuuronderwijs behoort Nederland tot de middenmoot.
  • Het best presterende land in natuuronderwijs is Singapore.
  • Het uitvoeren van natuurwetenschappelijke experimenten of proefjes komt in groep 6 weinig voor. De meeste leerlingen vinden het doen van dergelijke proefjes echter wel leuk.
  • Scholen hebben behoefte aan meer specialisme in natuuronderwijs en aan materialen voor het uitvoeren van natuurkundige proefjes en experimenten.

(On)gelijke kansen

  • Leerlingen in groep 6 en 8 met een hoger sociaal-cultureel kapitaal presteren beter op de rekentoetsen.
  • Leerlingen in groep 6 en 8 die zelden of nooit thuis Nederlands spreken, presteren minder goed in rekenen dan leerlingen waar Nederlands wel de thuistaal is. In groep 6 geldt dit nog sterker voor de prestaties in natuuronderwijs.
  • Leerlingen in groep 6 die thuis voornamelijk Nederlands spreken, zijn iets positiever over hun school en worden iets minder vaak gepest dan leerlingen die (ook) een andere thuistaal spreken.
  • Zowel in groep 6 als in groep 8 hebben jongens een kleine voorsprong op meisjes in rekenen.
  • Jongens hebben aanmerkelijk meer zelfvertrouwen in hun eigen rekenvaardigheden dan meisjes.
  • Meisjes die net zo goed kunnen rekenen als jongens hebben toch minder zelfvertrouwen in rekenen.
  • Voor natuuronderwijs zijn er geen verschillen in prestaties en zelfvertrouwen tussen jongens en meisjes in groep 6.

Welbevinden

  • Groep 6 leerlingen, hun leerkrachten en schoolleiders zijn positiever over hun school dan in de ons omringende landen.
  • Een derde van de Nederlandse groep 6-leerlingen krijgt minstens één keer per maand te maken met pesten. Onder Franse leeftijdsgenoten is dit slechts een kwart, maar in Vlaanderen betreft dit bijna de helft van de leerlingen. 
  • Nederlandse leerlingen zijn gematigd positief over hun plezier in rekenen. Slechts 30% van de groep 6 leerlingen heeft veel plezier in rekenen. Internationaal gemiddeld is dit 45%. Leerlingen in groep 8 ervaren nog iets minder rekenplezier dan leerlingen in groep 6. 
  • Van de ons omringende landen hebben Zweedse leerlingen, net als Nederlandse leerlingen, het meeste vertrouwen in hun eigen rekenvaardigheden. Zelfvertrouwen hangt positief samen met rekenprestaties, zowel in groep 6 als in groep 8.
  • Nederlandse leerkrachten zijn trots op hun beroep, maar ervaren wel een hoge werkdruk.
  • Op meer dan de helft van de scholen is een rekencoördinator aanwezig. Leerkrachten in groep 8 ervaren de ondersteuning van deze rekencoördinator als ‘gemiddeld’.